Geschiedenis hypnose

Hypnosis is the bypass of the critical factor of the conscious mind and the establishment of acceptable selective thinking.

Dave Elman, grondlegger van directe hynose.

In het kort een beschrijving van de ontwikkeling van hypnose.

Hypnose is zo oud als de mensheid. Er zijn bewijzen gevonden dat zo’n 4000 jaar voor Christus al hypnose werd toegepast door mensen uit landen aan de Eufraat en de Tigris. Maar ook in India, Egypte, Griekenland en Italië werd hypnose, toen o.a. benoemd als ‘tempelslaap’, uitgevoerd.
Vanaf de 6e eeuw maakten Christenmonniken gebruik van hypnose.  

Voor de moderne hypnose zijn er een aantal hoofdrolspelers die hier hun duidelijke stempel op hebben gezet.
Dat begint in de 18e eeuw met Franz Anton Mesmer die opzienbarende resultaten behaalde door strijkende bewegingen van boven naar beneden te maken. Zo zou hij een pianiste die sinds haar 4e jaar blind was hebben genezen.
Door belangrijke academies te informeren over ‘de leer van Mesmer (Mesmerisme)’ heeft Mesmer veel vijanden gemaakt onder artsenkringen (eerst in Wenen, later in Parijs). Hoewel een speciale commissie die leer verwierp en zelfs liet verbieden, werden er door regerende vorsten toch bij artsen op aangedrongen om de theorie van Mesmer verder te onderzoeken.  Hoewel  Mesmer van een verkeerd uitgangspunt uitging, zorgde hij er op deze wijze wel voor dat hypnose op een internationaal niveau werd onderzocht.

Halverwege de 19e eeuw gebruikte James Esdaile het Mesmerisme om een natuurlijke anesthesie (verdoving) teweeg te brengen bij patiënten die een operatie moesten ondergaan. Hij voerde meer dan 250 operaties uit, waaronder amputaties en het verwijderen van tumoren. De ontdekking van Chloroform zorgde ervoor dat deze bijzondere techniek van de kaart verdween. Anno 2018 vinden er nog steeds operaties plaats waarbij hypnose als enig middel wordt ingezet om algehele verdoving te verkrijgen. De staat waarin patiënten zich bevinden wordt de ‘comastaat’ ofwel de ‘Esdailestate’ genoemd.

De term hypnose werd door James Braid, een Schotse oogarts, bedacht. Het was afgeleid van het Griekse woord “hypnos” wat slaap betekent. Hij zag hypnose als het uitlokken van slaap en gebruikte hiervoor de ‘fixatiemethode’.  
In het boek “Neurypnology, or, the rationale of nervous sleep” uit 1843 van dokter Braid, werd voor het eerst gesproken over hypnose, hypnotiseren en hypnotiseur. Deze termen worden tot op de dag van vandaag nog steeds gebuikt.

Eind 19e eeuw introduceerde de Franse apotheker Emile Coué de autosuggestie-methode.
En in India had de Portugees Abbé Faria hypnotische verschijnselen gestudeerd. Daarin was hij tot de conclusie gekomen dat de ‘suggestie’ de beslissende factor vormde. Hij liep op patiënten af, keek hen aan en riep plotseling “slaap!”, waarbij nagenoeg de helft van de mensen hierdoor direct in trance gingen. Deze methode wordt gezien als de voorloper van veel huidige instant inducties, welke eveneens op shock gebaseerd zijn.

Eind van de 19e eeuw zag neuroloog Sigmund Freud hoe patiënten onder hypnose werden gebracht. Dit vormde een belangrijke basis voor zijn theorie over psychotherapie. Zijn inzichten en methoden zorgden ervoor dat hypnose begin van de 20e eeuw minder in de belangstelling kwam te staan. Hoewel hypnose niet geheel verdween, aangezien het vooral in de oorlogen gebruikt werd voor de behandeling van posttraumatische stress.

Een Amerikaanse psychiater, dr. Milton Erickson, toonde aan dat hypnose ook creatief gebruikt kon worden.

De grondlegger van directe hypnose, Dave Elman, kreeg op jonge leeftijd te maken hypnose. Zijn vader had een ongeneeslijke ziekte waardoor hij veel pijn had. Na een bezoek van een bevriende hypnotiseur verdween de pijn bij zijn vader. Iets wat Dave Elman enorm intrigeerde.
In 1922 verhuisde Dave naar New York waar hij bekend stond als de jongste en snelste showhypnotiseur.  In 1937 kreeg hij zijn eigen radioshow bij NBC, één van de grootste radiostations van die tijd.
Tijdens één van zijn shows kreeg hij opnieuw te maken met ‘hypnosetherapie’, wat bij hem zo veel interesse opwekte dat hij zich in ging zetten voor het ontwikkelen van een revolutionaire inductiemethode. De toen door hem ontwikkelde methode was eerst uitsluitend voor artsen en medici beschikbaar. Pas in een veel later stadium zou de ‘Dave Elman inductie’ openbaar worden.
Elman ging er, in tegenstelling tot Erickson, van uit dat de diepte van de hypnose van groot belang is voor het resultaat. Deze vorm van hypnose, waarbij de wijze waarop iets gesuggereerd wordt minder kritisch is, wordt de directe hypnose genoemd.